Peize
Advertisement

Er zijn twee perioden in de geschiedenis aan te wijzen waarin er in Peize een burcht of adellijk huis heeft gestaan.

Collenius-HtP-schilderij-detail

Detail van een schilderij van Herman Collenius waarop (waarschijnlijk) het Huis te Peize is afgebeeld.

Het eerste Huis te Peize[]

In oude geschriften, documenten en oorkonden verschijnen vanaf het midden van de 12e eeuw namen van personen met het achtervoegsel "... Van Peize". Hierbij moet opgemerkt worden dat de huidige naam Peize in de loop van de eeuwen op verschillende manieren is geschreven. Zie de pagina Geschiedenis van Peize voor de verschillende schrijfwijzen.

De eerste vermelding van Peize en 'Het Huis' wordt gevonden in een document uit 1178 waarin het omschreven wordt als bewoond door de Ridders van Pedeze. Als bewoners worden genoemd Lammert, Adolf, Hendrik, Menze en Rudolf.

Vroege geschiedenis[]

In 1228 wordt het versterkt door de leenheer, de eigenaar, de Bisschop van Utrecht.

Tijdens de twisten tussen de geslachten Groenenberg en Gelkinge wordt Het Huis in 1241 door laatstgenoemden verwoest. Dit wordt in 1251 nog eens herhaald door de Fivelgoërs tijdens hun twisten met de Hunsingoërs. Hierbij wordt Adolf van Peize gevangen genomen. Diens zonen verwoesten in 1266 het kasteel van Rutger in Eelde. De zonen van Adolf worden hierna vermoord door de zonen van Rutger.

Rudolf en Folker vluchten, vermelding van nazaten van hen vinden we elders tussen 1352 en 1372. In Peize is het riddergeslacht Van Peize echter verdwenen.

In 1382 verwerft Roelof Polman uit Ruinen het goed met huis en hofsteden. Van hem zijn verder geen gegevens bekend. Ruim een eeuw later is dit goed in handen van het geslacht Lewe.

Het tweede 'Huis' en zijn bewoners/eigenaren[]

Rond het jaar 1500 bewoont Wigbolt Lewe het versterkte huis Ter Hansouwe. Dit huis bestaat tegenwoordig nog steeds en is daarmee, na de Peizer kerk, waarschijnlijk het oudste gebouw in het dorp. Het is gelegen aan de weg naar Eelde (De Horst) om precies te zijn het laatste huis aan de linker kant.
Als blijk van zijn welstand vat Wigbold het plan op een nieuw huis te bouwen midden in het dorp. Als lokatie kiest hij hiervoor de zogenaamde 'borgklip'. Deze plek wordt met deze aanduiding in oude documenten genoemd en dat is waarschijnlijk een overblijfsel van het in de 13e eeuw verwoeste eerste 'Huis te Peize'.
De bouw vond waarschijnlijk plaats tussen 1511 en 1529.

De Heren van Peize[]

In onderstaande vereenvoudigde stamboomvorm staan de 10 personen die de titel Heer van Peize droegen, met hun naaste familieleden.
Tussen blokhaken ('[x]') staat een verwijzing naar verklarende tekst.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Wigbolt Lewe [*1]
(1465-1537)
 
 
Wobbe ten Grave
(1490-voor 1529)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Joost Lewe [*2]
(1510-1598)
 
 
Elisabeth Addinga
(1510-1589)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Wigbolt Lewe [*3]
(1540-1604)
 
 
Wennigje Sickinghe
(1545-1610)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Margarethe Lewe
(1580-1625)
 
 
Adolf Ripperda [*4]
(1562-1634)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Wigbold
Ripperda
[*5]
(1602-1649)
 
 
Catharina Beckers
(1610-1649)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Bartholomeus
de Coninck
[*6]
(1615-1679)
 
 
Margaretha Ripperda
1630-1692
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jantien Boelens
(1660-?)
 
 
Alexander
de Coninck
[*7]
(1653-1692)
 
 
Justus
de Coninck
[*8]
(1655-1715)
 
 
Abelina
van den Clooster

(1663-1743)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Tete Maria
de Coninck
(1696-1717)
 
 
Justina Abelina
de Coninck

(1690-1734)
 
 
Justus Zeino Abel
de Coninck
[*9]
(1695-1742)
 
 
Barbara Elisabeth
van Schratenbach
(1697-1739)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Justus Bartholomeus [*10]
de Coninck

(1719-1771)
 
 
Theotarda Suffrida
van Unia

(1718-1795)
 
 
 
 
 
 

[*1] Wigbolt Lewe bouwde tussen 1511 en 1529 een nieuw Huys op de zogenaamde 'borgklip' in het centrum van het dorp. Op deze borgklip stond het in de 13e eeuw verwoeste eerste 'Huys te Peijse'. Hij was tevens eigenaar van het andere adelijke huis in Peize: Ter Hansouwe. Hij was gehuwd met Wopke ten Grave. Na hun dood erfde dochter Oede Lewe Ter Hansouwe terwijl de oudste zoon Joost Lewe 'Het Huys' erfde.
[*2] Joost Lewe vluchtte in 1582 voor het Staatse Leger naar Groningen waarna dat leger als bestraffing het schathuis afbrandde.
[*3] Zijn zoon Wigbolt Lewe bewoonde het Huys samen met zijn echtgenote Wennegien Sickinge.
[*4] Wigbolts dochter Margaretha Lewe bewoonde het Huys met haar echtgenoot Adolf Ripperda, afkomstig uit een oud Ommelander geslacht.
[*5] Wigbolt Ripperda werd in 1632 eigenaar/bewoner. Hij trouwde in 1646 met zijn dienstmaagd -en dus niet van adel- Catharina Beckers, waarmee hun -eerder geboren- dochter Margaretha werd gewettigd.
Margaretha trouwde in 1652 met ...
[*6] Bartholomeus de Coninck, afkomstig uit een Utrechts geslacht.
[*7] Alexander Wigbolt de Coninck werd door zijn familie verstoten wegens een huwelijk beneden zijn stand. In 1685 werd zijn broer Justus de volgende 'Heer van Peize'.
[*8] Justus de Coninck trouwde met Abelina van den Clooster. De gevelsteen met hun beider familiewapens is te zien in het huis Brinkweg 2.
Justus werd in 1720 eigenaar van de Havezathe Mensinge in Roden en noemde zich vanaf dat moment Heer van Peise en Mensinga.
[*9] Justus Zeino Abel de Coninck trouwde met Barbara Elizabeth van Schratenbach. Na zijn dood 1742 stond het huis mogelijk enige jaren leeg of werd verhuurd.
[*10] Justus Bartholomeus de Coninck bewoonde de Havezate vanaf 1748. Hij trouwde met Theotaarda Suffrida van Unia. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Bij de dood van de Douarriere De Coninck in 1795 ging het Huis over naar de familie Kymmell. Toevallig in datzelfde jaar verliest het Huys zijn adellijke status door het opheffen van privileges als gevolg van het uitroepen van de Bataafse Republiek door de Franse overheersers.

Het schilderij van Collenius[]

Rond 1715 gaf Justus de Coninck opdracht aan de vermaarde schilder Herman Collenius om een schilderij te maken van hun drie kinderen. Op de achtergrond staat een afbeelding van een huis, hoogstwaarschijnlijk is dit het Huis te Peize.

De nadagen van Het Huis[]

De erven Kymmell verkochten het Huis in datzelfde jaar aan Jan Louis Trip te Wageningen. Aan de adellijke bewoning van de Havezate 'Het Huis te Peize' was hiermee een einde gekomen.

Trip bewoonde het Huis tot 1797 en verkocht het dan aan Otto Ernst Graaf van Limburg Stirum. In 1803 werd het Huis publiek geveild. Eigenaar werd schulte Jan Willinge. Hij bewoonde het Huis vanaf 1804 samen met zijn vrouw Roelfien Vorenkamp.

Na het overlijden van haar echtgenoot in 1806 hertrouwde Roelfien eind 1806 met timmerman Geert Kemkers. Het Huis raakte daarna steeds verder in verval. Het werd nog vermeld op een Franse geniekaart uit 1812. In de jaren daarna, in ieder geval voor 1818, werd het Huis door Geert Kemkers afgebroken. De vrijkomende materialen werden onder meer gebruikt voor het huis dat nu aan de Brinkweg 2 staat. De oude gevelsteen, ook wel alliantiesteen genoemd, werd in dit nieuwe huis verwerkt.

Er zijn meer kenmerken in dit huis (Brinkweg 2) die herinneren aan 'Het Huys': de grote stenen (kloosterstenen), de tot de dakgoot doorlopende smalle ramen en de -al eerder genoemde- 'alliantiesteen'.

Geert Kemkers verkocht zijn bezit in 1833 maar er is dan al lang geen sprake meer van de oude 'Havezate'.

Archeologisch onderzoek[]

In 1959 liet burgemeester Edel van Peize een onderzoek doen door het B.A.I. onder leiding van Professor Waterbolk. Doel was de exacte ligging van de oude Havezate vast te stellen. Een indicatie daarvoor werd gegeven door een luchtfoto waarop verkleuringen te zien zijn in het weiland.

Er werden proefgreppels gegraven waarbij resten van de fundering werden gevonden alsmede enkele voorwerpen. Hiervan zijn een rapport, een overzichtstekening en enkele foto's gemaakt.

Mede door een tweede onderzoek in 1999 werden de contouren van de oude Havezate vastgesteld en tevens zijn er bij die twee gelegenheden een aantal oude voorwerpen opgegraven. De Historische Vereniging Pezie/Peize nam het op zich deze permanent ten toon te stellen. Daarvoor werd een vitrinekast beschikbaar gesteld, verkregen door een subsidie van het 'Prins Bernhard Cultuur Fonds' in 2003. De vitrinekast werd in 2004 aangeschaft en geplaatst in de bibliotheek Peize.
Na het verdwijnen van de bibliotheek uit Peize werden de voorwerpen opgeslagen in het archief van de vereniging.

Advertisement