Peize
Advertisement

Ter Hansouwe

Aan het westelijk uiteinde van het dorp Peize, vlakbij het Eelderdiepje, aan de oude straat De Horst, staat het huis Ter Hansouwe.

DeHorst21

Peize, Ter Hansouwe

DeHorst21

Peize, Ter Hansouwe

Het is altijd het meest Oostelijk gelegen Huis van Peize gebleven. Het ligt naar het oosten gekeerd, voorbij de Middelhorster Es, op de in de 19e eeuw nog genoemde Achterstehorst (een horst is een stuk hoger gelegen (zand) grond).

Een gunstige plaats om tussen de Moerassen te bouwen. Waarschijnlijk liep er vanaf het Huis ter Hansouwe een pad door de Peizermade, waar langs de stad Groningen te bereiken was. Tevens lag het bij de "Balk", later het bruggetje, over het Eelder diepje. De boerenbehuizing moet voor zeventiende-eeuwse begrippen een groot huis geweest zijn. Het behoorde namelijk aan de hoogst aangeslagene in de gemeente Peize. Het werd door grachten en singels omringd, het had het visrecht in het Eelderdiepje, het recht van tolinning, maar had de verplichtingen het bruggetje over het Eelderdiepje en de weg ten oosten van het bruggetje te onderhouden.


Het huidige huis bestaat uit drie delen, gebouwd in evenzovele periodes. Het voorste deel, het steenhuis, stamt uit de veertiende eeuw. Vierhonderd jaar later werd een langhuis aan het huis gebouwd en weer honderd jaar later kwam de Friese dwarsschuur erbij. Deze schuur, aan de straatkant gelegen , staat ook letterlijk dwars op de rest van het huis.

Otto ter Hansouwe, telg uit een oud Drents geslacht, heeft er gewoond: in 1454 was hij burgemeester van Groningen. Na hem was het huis vele generaties lang in bezit van de families Ripperda en Lewe.

Sinds enkele jaren woont Cora de Jonge met haar gezin op Ter Hansouwe. Ze beseft het zich terdege: als rentmeester van dit cultureel erfgoed kun je dat niet voor jezelf houden.

dr. mr. Gerrit Overdiep, voormalig president van de rechtbank in Groningen, en zijn vrouw hebben daarvoor ruim vijfentwintig jaar in de boerderij gewoond. In die jaren heeft hij het huis steentje voor steentje gerestaureerd.

Alsof een dronken timmerman het dak heeft gemaakt. De golvende daklijn steekt scherp af tegen de heldere zomeravondhemel. Een S is het, een slappe S dan wel, maar toch duidelijk een S.

Eerst valt het niet eens zo op. Je kijkt eraan voorbij, zoals je ook het pad over het hoofd ziet dat leidt naar Huis ter Hansouwe. Het staat er, niet zoals de boerderijen in de buurt, met de voordeur uitnodigend naar de straatkant, maar met een afgewend gezicht.

De twee zuilen aan weerszijden bij het begin van de oprijlaan zijn afkomstig van de voormalige poort op het Hereplein in de stad Groningen.

In de hal hangt het portret van een streng kijkende man. Het is Joest Lewe, naar wie de wijk Lewenborg in de stad Groningen genoemd is en die een tijd lang burgemeester van deze stad is geweest. Het schilderij is een kopie; het origineel hangt in de Fraeylemaborg in Slochteren. De pomp in de gang wijst erop dat dit vroeger dus geen gang was, maar een open gedeelte tussen huis en schuur.

Het gastenverblijf bevindt zich in het steenhuis, naast de keuken, opkamer en woonkamer van de familie. Het is het oudste stenen huis van Drenthe en werd in de veertiende eeuw gebouwd. Toen was het een dienstwoning van de bisschop van Utrecht. De dienstdoende boer kon vanuit het huis mooi het oostelijker gelegen Eelderdiepje controleren. Peize speelde in die tijd een belangrijke rol voor de bevolking omdat daar het befaamde hopbier werd gebrouwen. In de zeventiende eeuw werd de dienstwoning boerderij, die tweehonderd jaar later door twee broers bewoond werd. Het verhaal wil dat de broers ruzie kregen, de ene de stal met dure gebinten meenam, en de andere broer een Friese schuur dwars op het huis zette. Dat was in 1831.

Stokoud zijn de voormalige staldeuren. Een premie op de achterstand, noemt Cora het. Uit armoede zijn ze nooit vervangen.

Dan de ramen: het huis heeft er minstens honderd. Vijf daarvan, in vijf verschillende vormen en formaten, zijn alleen al te vinden in het gastenverblijf, maar de schuur aan de westkant van het huis spant de kroon: tweeëntwintig dakramen in het onderste dakpannengedeelte van het rietdak. Terwijl aan de noordzijde slechts één enkel raampje aan dichtmetselen is ontkomen.

Het huis was vroeger omgracht. De west-, noord- en een stukje zuidzijde zijn nog intact, de rest is gedempt. De oude boomgaard is met behulp van Drents Landschapsbeheer weer in oude luister hersteld en onder de deels opnieuw aangeplante lindebomen blijft de onderbegroeiing zitten, zoals vroeger gebruikelijk was. Het is een goede plek voor vogelnesten. Spreeuwen zoeken het liever hogerop: tientallen spreeuwenparen hebben een plek onder het rieten dak verworven. Door het ontbreken van daklijsten kunnen ze makkelijk binnenkomen. In de noordmuur zit een leeuwerikdakpan, zodat deze vogeltjes de insecten in het huis kunnen vangen.

Aan de oostkant zijn de middeleeuwse ramen vrijwel origineel gebleven. Even verderop is rechts de ingang naar het gastenverblijf, tegenover het stookhok. Vanaf hier is het Natuurmonumentengebied, de Peizermade, goed te zien.

De Friese schuur is twaalf meter hoog, honderden vierkante meters groot en volgestouwd met rommel en verhalen. Want de gebinten zijn genummerd, zodat de elders gebouwde schuur ter plekke doeltreffend opgesteld kon worden. Want eens werd een tak tegen de eikenboom gebogen en vastgezet, zodat er later een zeis in kon hangen. Kwestie van langetermijnplanning.

Bron: Ter Hansouwe; een premie op de achterstand door Janine Hoekstein.

Advertisement